Over (M)ons

Mons Fietsen bestaat uit twee fietsenwinkels, een vestiging is gevestigd in Poortugaal en de tweede vestiging is gevestigd in Spijkenisse. Deze laatste fietsenwinkel in Spijkenisse is in 2018 en 2017 "fietsenwinkel van het jaar" geworden in de gemeente Nissewaard. Een nog grotere beloning is de 2e plaats in 2018 en 3e plaats in 2017 op provincie niveau. Oftewel 2e in de provincie Zuid Holland. Gekozen door de consument! Dit geeft aan waar Mons Fietsen voor staat: kwaliteit, service, vriendelijkheid, gezelligheid en productkennis.

Of u nu voor een kinderfiets, oma fiets, stadsfiets, mountainbike, racefiets of elektrische fiets (e-bike) komt – wij staan voor u klaar. Tevens is er een groot arsenaal aan gebruikte fietsen aanwezig. Er is altijd wel een fiets voor u bij.

Omdat wij het beste van het beste voor u willen, hebben we ook A-merken fietsen in huis: Gazelle, Pegasus, Bulls, Koga, Cortina, Alpina, Union en Pointer.

Mocht u nu degelijk en eerlijk advies willen, dan kunt u ook bij Mons Fietsen terecht. De beste oplossing is per definitie niet de duurste, dit is nu Mons Fietsen. De consument moet graag en met plezier terug komen.

Geschiedenis

De vermaarde hoef- en kachelsmid Marten Mons

Marten Mons, op 19 december 1905 in Harderwijk geboren als zoon van Zuiderzeevisser Christinus Elizabertus Mons, was de achtste van tien kinderen. Zijn vader voer met een botter, de HK147, ter visvangst. Zoals gebruikelijk bij vissersfamilies, ging ook Marten, na het verlaten der lagere school, met zijn vader mee naar zee.

Reeds op een van zijn eerste tochten gebeurde er een zeer ernstig ongeluk op zee. De HK67 en de HK147, het schip van Marten's vader, visten in elkaars nabijheid, misschien zelfs in samenwerking, en werkten met een kuil(net). Op een zeer donkere stormachtige avond werd de HK67 aangevaren door de veerboot Amsterdam-Kampen en zonk direct. Twee slachtoffers werden geborgen. De opvarenden van de HK147 kwamen met de schrik vrij. Voor de 12-jarige Marten was het een zeer traumatische gebeurtenis. Thuisgekomen zei zijn vader: "Jij moet maar niet meer meegaan naar zee, te gevaarlijk, er zijn al genoeg slachtoffers gevallen."


Dus ging Marten als leerling werken bij een scheepssmederij. De vissersschepen waren toen nog van hout, maar er waren toch wel allerlei metalen onderdelen aan boord zodat een smid er ook een bestaan kon vinden. Dit was helemaal naar de zin van Marten, hij had niet zo'n verlangen naar zee, maar het liefste wilde hij eigenlijk hoefsmid worden. Daarom ging hij toen bij 16 jaar oud was vrijwillig in militaire dienst bij de Cavalerie in Amersfoort, waar hij de opleiding hoefsmid volgde en in 1925 afzwaaide als gediplomeerd korporaal-hoefsmid.

Smid Marten MonsSmid Marten Mons Familie Mons

Vervolgens werkte hij 3 jaar bij dorpssmid A.J. Risseeuw in Ooltgensplaat en kon zich daar helemaal uitleven door al die boerenpaarden te beslaan (van nieuwe hoefijzers voorzien). Ook ontmoette hij daar een meisje op wie hij verliefd werd, nl. Francina van Ree, Zij werkte bij de dorpsarts, een paar huizen bij de smederij vandaan. Zij zeemde de ramen van de dokter en hij besloeg de paarden, ze zagen elkaar en zo is het begonnen.
Later werkte hij nog in Oud-Beijerland en in het Westland bij een smid.
Toen begon in 1929 de crisis (daarbij vergeleken is de huidige crisis kinderspel).

In Engeland devalueerde het pond sterling van ƒ 12,-- naar ƒ 6,80. Engeland was de belangrijkste afnemer van Westlandse kasproducten. Tengevolge hiervan kwam Marten weer zonder werk.

Hij zei later: In die dagen heb ik heel Nederland onder mijn fiets zien doorgaan om werk te zoeken, echter zonder resultaat. Ten einde raad kocht hij in Meu-Lunteren, gemeente Ede, een stuk grond, liet er een smederij op bouwen en begon voor zichzelf, maar ook dat mislukte. Hij kon er geen droge korst brood mee verdienen.
Ten slotte kon hij een baan vinden bij Werkspoor in Utrecht en bekwaamde zich daar tot elektrisch lasser.

In 1933 kwam eindelijk de grote kans voor Marten Mons. Nota bene via zijn a.s. schoonfamilie op Flakkee kreeg hij de tip dat er in Poortugaal een smederij te huur was. Spoorslags reisde hij hierheen en trof een verlopen zaak aan. Toch greep hij deze kans. Op 20 december 1933, een dag na zijn verjaardag, startte hij zijn eigen smederij. Een prachtig verjaardagscadeau, maar niet voor niets. Er moest enorm hard worden aangepakt om er weer een bloeiend bedrijf van te maken in deze slechte tijd en met zware concurrentie (er was namelijk nog een smid in het dorp). Maar toch, na een klein jaar was hij zover dat hij kon trouwen met Francina van Ree, zijn grote liefde uit Ooltgensplaat. Dit huwelijk werd gezegend met 9 zonen en 1 dochter.

In het pand Dorpsstraat 60 was al een smederij gevestigd sinds 1863. De eerste hier werkende smeden waren Cornelis Kok, opgevolgd door zijn zoon Johannes, die de ontwerper was van de naar hem genoemde Koksploeg. Daarna kwam Bastiaan Gohres en tenslotte Cornelis van Nugteren, van wie Marten Mons de smederij huurde en later kocht.


Marten Mons heeft inderdaad heel hard, zwaar en lang moeten werken om het bedrijf er weer bovenop te krijgen en te houden. Hij werkte letterlijk dag en nacht. Toen hij op een keer 's morgens om 04.00 uur aan een wagenwiel bezig was, kwam er een boer voorbij, die zei dat hij er vroeg bij was. Mons zei maar niet dat hij al om 02.00 uur was begonnen.

Aan het einde van de oorlog, toen er geen vervoer meer plaatsvond, ging Mons, geholpen door zijn oudste zoon, die toen ± 9 jaar was, met een handkar via het veerbootje op Tuindorp Heijplaat naar de groothandel in Rotterdam om hoefijzers te halen en daarna zwaar beladen weer terug over de Rotterdamse kinderkopjes en de onverharde grintwegen, de Slotsedijk, enz. Ja, oorlog of geen oorlog, de boerenwerkpaarden moesten steeds tijdig van nieuwe ijzers worden voorzien. Uiteindelijk kwam het zover dat Mons hoefijzers uit oude scheepsplaten sneed en zelf in model smeedde. Over vakmanschap gesproken!

Tegenslagen werden Marten Mons ook niet bespaard. Zoals de brand in zijn werkplaats op 1 maart 1958. Zijn werkplaats was een loods achter de oude smederij die zelf was verbouwd tot een winkel waar kachels, wasmachines, fietsen, huishoudelijke artikelen, enz. werden verkocht.
Door onderverzekering kon de loods niet direct worden herbouwd, 18 maanden heeft hij zijn werk in de open lucht moeten doen voordat er genoeg financiën waren om de werkplaats van een nieuw dak te voorzien, de wanden konden nog gebruikt worden.


Ook waren er natuurlijk problemen met niet betalende klanten, vooral in de crisistijd en met samenwerkingsverbanden. Hij was te goed van vertrouwen.

De kinderen werden ook, en al zeer vroeg, ingeschakeld om een steentje bij te dragen. In de oorlog verkocht oudste zoon Tinus al kachelpoets langs de woonhuizen.

Kort na de oorlog werden de 4 oudste jongens er met een kar op uit gestuurd om langs de deuren te gaan met huishoudelijke artikelen. Dat was erg zwaar voor die kinderen tussen 8 en 12 jaar oud. Vele wegen in Poortugaal waren nog onverharde grintwegen en de kar had geen luchtbanden. Als ze met een wiel in een kuil terecht kwamen, konden ze hem er haast niet uit krijgen.

Toch was dit het begin van een winkelketen voor huishoudelijke artikelen, wasmachines, koelkasten, enz. in Poortugaal, Hoogvliet, Spijkenisse en Rotterdam en drie rijwiel- en bromfietszaken. Iedereen werd ingeschakeld, op een bepaald moment werkten alle 10 kinderen in vaders bedrijven.

Behalve een harde werker was Marten Mons ook een sociaal betrokken mens. Vóór 1940 was hij actief lid van de B.V.L. (Bijzondere Vrijwillige Landstorm), in de oorlog was hij actief in de ondergrondse of B.S. (Binnenlandse Strijdkrachten) en waren er onderduikers in huis, ook nog evacués (familie van mevr. Mons) uit door de Duitsers geïnundeerde gebieden, o.a. op Flakkee, en in 1953 weer met de Watersnood.

Als lid van de Gereformeerde Kerk was hij diverse malen diaken en ouderling. Marten Mons was een gelovige en hardwerkende man. Zijn motto was: "God zegent de hand der vlijtigen". Hij had zijn succes mede aan zijn echtgenote te danken, die hem 10 kinderen schonk en altijd dat drukke huishouden gaande hield. Marten Mons was trots op zijn kinderen, die allen zijn werklust en doorzettingsvermogen hebben geërfd en allen maatschappelijk succesvol waren.
De meesten zijn inmiddels ook al de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd.

In februari 1967 werd door Marten Mons het laatste paard beslagen, het was zijn eigen paard, dat voor hem overbodig was geworden en aan zijn overbuurman, bakker De Reus was verkocht, zodat het zijn laatste jaren voor de bakkerswagen mocht lopen. Het beslaan van het laatste paard kreeg een feestelijk tintje, de hele familie was erbij aanwezig  en er werden foto's gemaakt.
Ook ander smidswerk verdween, geen kolen-, olie- of gaskachels meer, maar c.v. De heer Mons kon het nu wat kalmer aan gaan doen. De tweede generatie richtte zich meer op verkoop.

Vrij kort na het beslaan van het laatste paard, op 20 november 1968, overleed Marten Mons ten gevolge van een hersenbloeding. Zijn echtgenote Francina van Ree overleed op 20 november 1985.

Nu – anno 2016 – bestaat Mons Fietsen uit een vestiging in Poortugaal en een vestiging in Spijkenisse. Kwaliteitsfietsen, zoals Pegasus, Koga, Gazelle, Bulls, Union, Pointer, Alpina en Cortina en kwaliteit en service te geven aan de consument maken Mons Fietsen bijzonder.

Product toegevoegd aan verlanglijst
Product toegevoegd aan vergelijking